Op het station (En la estación)

Quisiera un billete de ida

Un billete de ida y vuelta, por favor

¿A qué hora sale?

Sale a las seis

¿De qué vía sale?

Sale del andén tres

¿Va directo?

Tiene que hacer transbordo

El tren va con retraso

Un retraso de media hora

¿A qué hora llega?

Llega a las ocho

¿Hay descuento para estudiantes?

¿Hay que pagar suplemento?

¿Dónde tengo que bajar?

¿Cuánto dura el viaje?

¿El asiento está reservado?

¿El asiento está libe?

Ik wil graag een enkeltje

Een retourtje, alstublieft

Hoe laat vertrekt hij?

Hij vertrekt om zes uur

Vanaf welk spoor vertrekt hij?

Hij vertrekt van perron drie

Is het een directe verbinding?

U moet overstappen

De trein heeft vertraging

Een vertraging van een half uur

Hoe laat komt hij aan?

Hij komt aan om acht uur

Is er korting voor studenten?

Moet je toeslag betalen?

Waar moet ik uitstappen?

Hoe lang duurt de reis?

Is deze zitplaats gereserveerd?

Is deze zitplaats vrij?